ChildCenter voor autistische kinderen

Boekrecensie

Kinderen met autisme
en hun gevoelens

Deze recensie verscheen eerder
in Daglad De Telegraaf

Van kinderen met een autistische stoornis wordt gezegd dat zij het vermogen missen om zich in te leven in de gevoelens van anderen. Ook als zij over een normale intelligentie beschikken is dit een tekortkoming waar de omgeving rekening mee moet houden. Gemakkelijk is dat niet, want van een kind dat bijna alles weet van een bepaald onderwerp, of die een fotografisch geheugen blijkt te bezitten, kun je je bijna niet voorstellen dat het niet goed kan aanvoelen wat een ander emotioneel beleeft. Hoe gaat een kind met een autistische stoornis daar zelf mee om en hoe kan de dagelijkse (beroeps)opvoeder daar het beste op reageren?

Daarover gaat een van de bekendste boeken van de Amerikaanse kinderpsychiater Prof. Dr. Stanley Greenspan, en psychologe Dr. Serena Wieder getiteld "The Child with Special Needs'. Dit boek uit 1998 maakt ondermeer duidelijk hoe de vele zintuiglijke prikkels binnen komen bij kinderen met een autistische of andersoortige ontwikkelingsstoornis en wat voor een emotionele betekenis die prikkels wel of niet kunnen krijgen. Sinds kort is het boek ook in het Nederlands vertaald en voor de Nederlandse situatie bewerkt met als titel: 'Als uw kind speciale aandacht nodig heeft'. Greenspan besteedt niet alleen veel aandacht aan de beperkingen maar juist ook aan de mogelijkheden die deze 'speciale' kinderen hebben. Hij doet dat op een manier die hoop geeft voor de toekomst, zonder dat de realiteit van de stoornis uit het oog wordt verloren. Greenspan maakt daarbij gebruik van een theoretisch model waarbij zes niveaus in de ontwikkeling van kinderen worden beschreven die ook heel herkenbaar zijn in de praktijk van het dagelijks leven. En het dagelijks leven van deze kinderen en hun ouders en verzorgers vraagt om veel ondersteuning. Het is immers geen geringe opgave om je te verplaatsen in de belevingswereld van deze kinderen. Greenspan is in staat om deze ondersteuning duidelijk vorm te geven, met begrip voor het kind en respect voor de ouders. Hij geeft ook een methode aan waarmee je de gestelde doelen kunt proberen te bereiken, de zogeheten 'floortime-methode', waarbij de volwassene, die samen met het kind op de grond zit, het spel gebruikt voor verbetering van het contact. Maar hij claimt deze methode niet als enig zaligmakende. Op een bepaald moment in de begeleiding kunnen ook andere benaderingswijzen worden ingeschakeld. Het boek bevat veel informatie die zowel geschikt is voor de dagelijkse opvoeders als voor mensen die beroepsmatig bij deze kinderen zijn betrokken.

De vier bewerkers wijzen, elk vanuit hun eigen invalshoek, op de specifieke kwaliteiten van het werk van Greenspan. Drs. Karen Dun, neuropsycholoog en ergotherapeute: "Greenspan gaat niet primair uit van een gestelde diagnose, maar hij benadrukt juist de unieke mogelijkheden van een kind van waaruit de ontwikkeling van de intelligentie kan worden bevorderd. Hij stelt de zintuiglijke informatieverwerking medeverantwoordelijk voor het ontstaan van hechtingsgedrag en besteedt daar in zijn adviezen veel aandacht aan. In zijn boeken is een toon van warmte en respect voor ouders en kinderen en ik vind hem creatief in het bedenken van oplossingen voor hun omgang met elkaar". Drs. Guy Couturier, kinder- en jeugdpsycholoog: "Het denken van Stanley Greenspan spreekt mij in de eerste plaats aan omdat het een wetenschappelijk verantwoord kader biedt om op een intensieve wijze samen te werken met ouders. In zowel onderzoek als behandeling geeft hij een grote plaats aan de eigen, specifieke inbreng die ouders hebben vanuit hun dagelijkse ervaring met het kind. Daardoor krijgen, ook bij ernstige problemen, de positieve ontwikkelingsmogelijkheden van een kind binnen het gezin een optimale kans". Drs. Pim Donkersloot, gezinspedagoog en zelf ouder van twee kinderen met een autistische stoornis: "Als ouder ervaar ik de 'floortime-therapie' als een methode die hoop en energie geeft plus de mogelijkheid tot eigen creativiteit. De volwassene sluit aan bij het gedrag, hoe minimaal ook, van een kind. Daarbij worden zoveel mogelijk zintuigen betrokken en wordt er toegewerkt naar zinvolle communicatie die het kind de mogelijkheid geeft zijn emoties, zintuigen en overig gedrag zelf te reguleren".

Drs. Pim J. van der Pol, orthopedagoog en kindertherapeut: `Ik beschouw Stanley Greenspan als een inspirerende deskundige met zowel een eigen theoretisch denkkader als veel praktijkervaring. Hij benadrukt de rol van de emotie in het leren van het kind met een ontwikkelingsstoornis en geeft concreet aan hoe je het kunt stimuleren. Greenspan is ook duidelijk over de valkuilen die zich daarbij kunnen voordoen. De wijze waarop hij dit onder woorden brengt getuigt zowel van inzicht in de problematiek van het kind als respect voor de ouders".

Ook kinderen met een autistische (ontwikkelings)stoornis hebben gevoel. Dit boek van Greenspan maakt duidelijk hoe ingewikkeld het is voor 'kinderen die speciale aandacht nodig hebben'' om daarmee om te gaan en hoe zowel het kind als zijn (beroeps)opvoeders er meer greep op kunnen krijgen.

Voor vragen en informatie over deze uitgave kunt u e-mail contact opnemen met: p.j.vdpol @ hetnet.nl (ivm spam, spaties uit email adres verwijderen).

Stanley Greenspan en Serena Wieder: 'Als uw kind speciale aandacht nodig heeft'.
Kosmos-Z&K uitgevers, 2003.
ISBN 90 215 3900 4, Prijs € 29,90